Per 9 oktober 2020 gelden de covid-19 richtlijnen bij een reanimatie weer (lees hier meer)

De volgende richtlijnen gelden voor burgerhulpverleners:

  • Luister en voel niet of iemand nog ademhaalt, kijk alleen. Raak het hoofd van het slachtoffer niet aan!

In de 112-meldkamer is een aangepast beleid om te achterhalen of een slachtoffer mogelijk COVID-19 positief is.

Bij een slachtoffer zonder COVID-19 besmetting geldt:

  • Geef geen mond-op-mondbeademing.
  • Geef wel borstcompressies.
  • Sluit wel een AED aan.

Bij een slachtoffer met vermoeden van COVID-19 besmetting geldt:

  • Geef geen mond-op-mondbeademing.
  • Geef geen borstcompressies.
  • Sluit wel een AED aan.

Ga niet naar een reanimatie als:

  • Je je ziek voelt, of iemand in je gezin ziek is.
  • Je behoort tot een hoogrisicogroep.

Ook belangrijk:

  • Bij kinderen (tot de puberteit) geldt het normale reanimatieprotocol. Probeer hierbij zelf een inschatting te maken of het kind in de puberteit is.
  • Er mogen maximaal 2 hulpverleners (inclusief brandweer/politie) bij een slachtoffer zijn. Anderen staan op minimaal 1,5 meter afstand.
  • Pocketmasks, Kiss of Lifes of andere beschermingsmiddelen bij mond-op-mond-beademing, beschermen niet tegen besmetting met het coronavirus. Gebruik ze daarom niet!
  • Desinfecteer je handen en polsen bij een ambulance direct na de reanimatie.
  • Krijg je in de dagen/weken na de reanimatie klachten die mogelijk duiden op COVID-19? Volg dan de adviezen van het RIVM. Neem zo nodig contact op met je eigen huisarts.
  • Wees je ervan bewust dat het ambulancepersoneel altijd in beschermende kleding naar een reanimatie toe zal gaan. Het betekent niet dat het slachtoffer ook daadwerkelijk besmet is.

Niet te vergeten: Je bent als burgerhulpverlener in deze bijzondere tijd niet aansprakelijk voor het niet uitvoeren van de beademing/reanimatie!